In 2009 kozen 2674 meisjes jonger dan twintig jaar voor een abortus. Of: bij vier op de 1000 meisjes werd een abortus uitgevoerd. Vlaanderen is het gewest met het laagste abortuscijfer. Drie op de 1000 meisjes (= 1050) maakte een abortus mee in 2009. In Wallonië waren dat vijf abortussen per 1000 meisjes (= 1019). Brussel spant de kroon met tien abortussen per 1000 meisjes (=583). Wanneer de leeftijdsgroepen vergeleken worden, dan blijkt van de vijftien tot twintigjarigen acht van de 1000 meisjes (= 2595) een abortus ondergaan te hebben. Bij de tien tot vijftienjarigen was dat nog geen abortus per 1000 meisjes (=79).
Voor het eerst sinds de legalisatie van abortus (1990) lijkt er een stagnatie op te treden in het relatieve aantal abortussen bij jongeren in België. Enkel in Vlaanderen stijgt het abortuscijfer licht van 0,29 procent in 2007 naar 0,3 procent in 2009. In sommige gewesten en leeftijdsgroepen is daarentegen een daling vast te stellen. In 2009 maakte één procent van de Brusselse meisjes (= 583) een abortus mee. In 2007 en 2008 was dat nog 1,1 procent. Hoewel dit de grootste daling is over gewesten heen, blijft deze relatief beperkt. Het lijkt dus correct om van een stagnatie over geheel België te spreken.
Voor het eerst sinds de legalisatie van abortus (1990) lijkt er een stagnatie op te treden in het relatieve aantal abortussen bij jongeren in België. Enkel in Vlaanderen stijgt het abortuscijfer licht van 0,29 procent in 2007 naar 0,3 procent in 2009. In sommige gewesten en leeftijdsgroepen is daarentegen een daling vast te stellen. In 2009 maakte één procent van de Brusselse meisjes (= 583) een abortus mee. In 2007 en 2008 was dat nog 1,1 procent. Hoewel dit de grootste daling is over gewesten heen, blijft deze relatief beperkt. Het lijkt dus correct om van een stagnatie over geheel België te spreken.
Voor het eerst in de voorbije 15 jaar vindt er een stagnatie plaats in het aantal abortussen onder tieners in België
De tien tot veertienjarigen gaven meestal (89%) persoonlijke redenen op voor hun abortus. Deze persoonlijke redenen kunnen zijn: te jong, te oud, studente, alleenstaand, momenteel geen kinderwens, voltooid gezin. Ook bij de vijftien tot negentienjarigen overheerst de persoonlijke noodsituatie (76-78%). Tevens meldden veel van de meisjes relationele problemen (13%). Relatieproblemen kunnen zijn: relatie onlangs verbroken, partner aanvaardt de zwangerschap niet, occasionele relatie, te recente relatie, buitenechtelijke relatie, partnerrelatiemoeilijkheden, relatiemoeilijkheden met de omgeving, juridische problemen i.v.m. de echtscheiding. De ingeroepen noodsituatie van tieners verschilt hiermee enigszins van de algemeen ingeroepen noodsituatie. Van alle redenen die er voor een abortus in België werden opgegeven is 52 procent persoonlijk, 25 procent relationeel en vijftien procent materieel.
De oudste tieners verschillen niet zo erg van de gehele groep wat het gebruikte anticonceptiemiddel betreft. 40 tot 43 procent gebruikte geen anticonceptie, 28 tot 31 procent gebruikte de pil en 22 procent gebruikte een condoom. Bij de tien tot veertienjarigen is het beeld anders: 54 tot 56 procent gebruikte niets bij conceptie en 31 tot 36 procent gebruikte een condoom.
Met betrekking tot de abortusmethode zijn er niet zoveel verschillen tussen de tieners en de oudere vrouwen. 76 tot 79 procent van de tienerabortussen gebeurde via een vacuümaspiratie en dertien tot veertien procent via mifepristone (abortuspil). Ook de keuze tussen een abortus in een centrum of in een ziekenhuis was gelijklopend voor tieners en oudere vrouwen. 79 tot 85 procent van de tieners koos voor een abortus in een centrum.
Nationale Commissie voor de Evaluatie van de wet van 3 april 1990 betreffende de
Zwangerschapsafbreking (2010). Verslag ten behoeve van het parlement. 1 januari 2008 - 31 december 2009, Brussel.
De oudste tieners verschillen niet zo erg van de gehele groep wat het gebruikte anticonceptiemiddel betreft. 40 tot 43 procent gebruikte geen anticonceptie, 28 tot 31 procent gebruikte de pil en 22 procent gebruikte een condoom. Bij de tien tot veertienjarigen is het beeld anders: 54 tot 56 procent gebruikte niets bij conceptie en 31 tot 36 procent gebruikte een condoom.
Met betrekking tot de abortusmethode zijn er niet zoveel verschillen tussen de tieners en de oudere vrouwen. 76 tot 79 procent van de tienerabortussen gebeurde via een vacuümaspiratie en dertien tot veertien procent via mifepristone (abortuspil). Ook de keuze tussen een abortus in een centrum of in een ziekenhuis was gelijklopend voor tieners en oudere vrouwen. 79 tot 85 procent van de tieners koos voor een abortus in een centrum.
Nationale Commissie voor de Evaluatie van de wet van 3 april 1990 betreffende de
Zwangerschapsafbreking (2010). Verslag ten behoeve van het parlement. 1 januari 2008 - 31 december 2009, Brussel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten