Actueel: ONVEILIGHEIDSGEVOELENS EN TIENEROUDERSCHAP


Het houdt wetenschappers al lang bezig: welke cruciale factor bepaalt welke jongeren zwanger worden en welke niet? Uiteenlopende voorstellen zijn reeds geformuleerd. Leerachterstand van de eigen ouders, armoede en seksueel misbruik zijn enkele van de blijvers. Ook het deprivatie-niveau van de buurt waarin mijn woont komt in vele onderzoeken terug. Sarah Johns (2010) uit Groot-Brittannië voegt een relatief nieuw element toe aan de discussie. Volgens haar hebben jongeren die hun buurt als gevaarlijk en onvoorspelbaar beleven meer kans om ouder te worden voor hun twintigste dan jongeren die zich relatief veilig voelen op de plek waar ze wonen.
Meisjes die hun buurt gevaarlijk en onvoorspelbaar vinden worden sneller moeder dan meisjes die zich goed voelen waar ze wonen.

Johns ondervroeg 123 vrouwen die voor hun twintigste een kind kregen en 246 die tussen 20 en 27 jaar voor het eerst bevielen. De vrouwen leefden terwijl zij zwanger werden allemaal in achtergestelde buurten in het Zuiden-Oosten van Engeland. Johns vroeg hen onder andere de volgende stellingen te beoordelen: "Ik voelde mij niet veilig wanneer ik overdag/na zonsondergang alleen over straat liep"; "Criminaliteit/vandalisme was een probleem in mijn buurt"; "Ik voelde mij deel van een gemeenschap" etc. Aan de hand van deze vragen (12) werd er een "veronderstelde buurt risico-maat" opgesteld, die weergaf hoe veilig een vrouw zich voelde in de buurt waar ze leefde toen ze zwanger werd.

Deze "veronderstelde risico-maat" bleek een belangrijke voorspellende factor voor tienerouderschap. Hoe onveiliger een jongere zich voelde, hoe groter de kans dat zij voor haar twintigste zwanger werd. Dit onveiligheidsgevoel was zelfs meer doorslaggevend dan de eigenlijke deprivatie van de buurt of de samenstelling of het stressniveau van de familie waarin de jongere leefde.

Volgens de auteur redeneren de jongeren als volgt: Ze beleven hun buurt als gevaarlijk en onvoorspelbaar. Ze vrezen dus ook snel te sterven of af te takelen. Dit doet hen besluiten: "We maken er het beste van" en "Waarom zouden we wachten?". Ze vervallen daarbij in korte-termijn-denken en seksueel risicogedrag, met mogelijk een zwangerschap als gevolg.

Deze redenering is relatief omstreden, niet in het minst omdat de eigenlijke causale link moeilijk bloot te leggen is. Weinig vrouwen zullen zeggen dat ze vroeg zwanger werden omdat ze zich onveilig voelen. Groot was dan ook mijn verbazing toen een tienermama me schreef dat ze ervan uitgaat dat haar lichaam snel zal aftakelen en dat dit mede heeft bepaald dat ze snel kinderen wilde (ze is momenteel 21 jaar en heeft drie kinderen). Zou het dan toch?...

Johns, S.E. (2010). Perceived environmental risk as a predictor of teenage motherhood in a British population. Health and Place.
Actueel: STUDIEDAG OVER TIENEROUDERS EN ONDERWIJS op 14 oktober in Oostende

De partners van het tienerouderproject in Oostende organiseren een studiedag om alle knowhow rond het positief ondersteunen van tienerouders in de kijker te zetten (inclusief preventieve aspecten). We maken de moeilijke combinatie van ‘schoollopen’ (zowel in het voltijds als deeltijds onderwijs) en jong ‘tienerouder zijn’ (of worden) bespreekbaar en zoeken naar oplossingen.

De studiedag biedt een aantal aanknopingspunten die u helpen de schooluitval van tienermoeders aan te pakken, de leefwereld van tienervaders te begrijpen en nog veel meer. Op de studiedag bieden wij u in de voormiddag adequate expertise over de leefwereld van tienerouders. In de namiddag bieden wij u praktijkgerichte ondersteuning en begeleidingsvormen die de combinatie van ‘schoollopen’ en ‘tienerouder zijn/worden’ ondersteunen.

PRAKTISCHE INFO
Wanneer? donderdag 14 oktober 2010
Waar? Vesaliusinstituut, Leffingestraat 1, 8400 Oostende
Inschrijven? Deelname is gratis.
Aantal deelnemers beperkt: ‘s voormiddags 160, ‘s namiddags 100 personen.
Inschrijven kan via www.lop.be > LOP Kust > LOP Oostende-Middelkerke Secundair

PROGRAMMA
VOORMIDDAG - plenair • auditorium Vesaliusinstituut

09u00 Onthaal met koffie

09u30 Verwelkoming - Toelichting van de LOP-visie over de moeilijke combinatie van schoollopen en tienerouder zijn of worden, door Jan Verschaeve, voorzitter LOP Oostende - Middelkerke Secundair

09u40 Motivatie en uitgangspunten van de stad Oostende om vanuit het flankerend onderwijsbeleid het project van de Lokale Overleggroep voor Tienerouders in Oostende te ondersteunen, door Martine Lesaffre, schepen van onderwijs

09u50 Jong en zwanger, niet iedereen zei proficiat. Over zwangerschap, (niet)gepland, (on)gewenst, preventie, vooroordelen en drijfveren, door Filip Van Becelaere, coördinator Jongeren Adviescentrum (JAC) Middenkust

10u20 Het opleidingsniveau van tienerouders in Vlaanderen vergeleken met Europa en de Verenigde staten door Marjolijn De Wilde, onderzoeker aan de Universiteit van Antwerpen, Centrum voor Sociaal Beleid

11u15 Het CRZ neemt ons mee naar de concrete leefwereld van tienerouders via hun tienerouderweekends en interviews.

11u45 Dieper ingaan op de verschillende belevingswerelden van tienervaders en tienermoeders, door Johan Tuerlinckx, gezins- en relatietherapeut groepspraktijk Sentio, teamverantwoordelijke CAW regio Brugge afdeling Torhout-Blankenberge

NAMIDDAG
deel 1: 13u30 > 14u45 • deel 2: 15u > 16u15

Workshop 1: Opstellen van een pamflet dat we willen voorleggen aan de Vlaamse overheid. Mogelijke onderwerpen: bevallingsverlof, thuisonderwijs, functie CLB, kinderopvang, financiën voor onderzoek,... De concrete inbreng van de deelnemers vormt de basis voor het opstellen van dit pamflet.
• begeleiding? Marjolijn De Wilde
• waar? lokaal 103

Workshop 2: Instanties en ondersteunende werkvormen die de combinatie van ‘tienerouder zijn en voldoen aan de leerplicht’ ondersteunen.
• begeleiding? Sylvie Debuyser, Tania Gevaert & Jens Jaecques
• waar? inloopteam De Viertorre, Hospitaalstraat 35

Workshop 3: Introductie van het Oostendse vademecum voor scholen en hulpverleners, zorgleerkrachten, CLBmedewerkers,... Belangrijke aspecten rond preventie, begeleiderhouding, doorverwijzing,...
• begeleiding? Jongeren Advies Centrum
• waar? lokaal 105

Workshop 4: Gezinsdiagnostiek, tweedelijnszorg. In deze specifieke workshop voor hulpverleners wordt de hechtingsrelatie en opvoedingsbekwaamheid in beeld gebracht. Johan Tuerlinckx diept de taakverdeling uit tussen de eerste en tweedelijnszorg.
• begeleiding? Johan Tuerlinckx
• waar? lokaal 127

DEEL 3: 16u15 > 16u30
Toelichting en goedkeuring van het pamflet door de deelnemers van de studiedag.
• waar? auditorium


BIJKOMENDE INFO
Liesbeth Croene - T 0473 93 89 25 - liesbeth.croene@ond.vlaanderen.be of Jan Verschaeve - T 0473 61 30 87 - verschaeve.jan@scarlet.be

Algemene informatie tienerzwangerschap

  • Enkele cijfers
  • Gepland of ongepland
  • Abortus of ouderschap
  • Gevolgen
  • Begeleiding
  • Top 5 literatuur tienerzwangerschap
  • Links binnenland
  • Links buitenland
  • Archief 'actueel'

Enkele cijfers (uitgebreidere cijferreeksen op te vragen)

In 2007 bevielen in België 2837 meisjes jonger dan 20 jaar. 2708 tieners lieten een abortus uitvoeren. In 2007 waren er dus 5545 tienerzwangerschappen bekend. Daarbij dient nog een klein percentage miskramen gerekend te worden.
Als we deze cijfers vergelijken met het aantal meisjes tussen 10 en 20 in België dan werden in 2007 5 op de 1000 meisjes moeder, 4 op de 1000 meisjes maakten een abortus mee en 9 op de 1000 meisjes werden zwanger. De voorbije 11 jaar fluctueert het zwangerschapscijfer tussen de 8 en de 9. In 2007 werd, op 2000 en 2001 na, het hoogste zwangerschapscijfer genoteerd.
Er zijn sterke gewestelijke verschillen. In Vlaanderen worden 7 per 1000 meisjes zwanger, in Wallonië 10 en in het Brussels hoofdstedelijk gewest 19. In Vlaanderen kiezen tieners vaker voor het moederschap dan voor abortus. In Brussel is dat net omgekeerd en in Wallonië kiezen ze ongeveer even vaak voor geboorte als voor abortus.
Hoe ouder een meisje, hoe meer kans zij heeft op een zwangerschap. Minderjarige meisjes hebben 4 duizendste kans om zwanger te worden. Meerderjarige meisjes daarentegen 29 duizendste. Hoe ouder de zwangere meisjes zijn hoe groter ook de kans dat zij hun zwangerschap uitdragen.
Het bevallingscijfer en het abortuscijfer evolueren elk jaar meer naar elkaar toe. In 1996 eindigden slechts 1 op de 3 van de zwangerschappen in een abortus, nu is dat bijna de helft.
Deze cijfers zijn gebaseerd op cijfers verkregen van het SPE, het ONE en het observatorium voor Gezondheid en Welzijn, op rapporten van de evaluatiecommisie inzake de abortuswet van 1990 en op bevolkingscijfers van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (vroegere NIS).
Uitgebreidere analyses of uitleg kunnen opgevraagd worden.

Gepland of ongepland

Over de oorzaken van tienerzwangerschap is veel discussie. Er is een verschil tussen ongeplande zwangerschappen en (semi-)geplande zwangerschappen. Ongeplande zwangerschappen kunnen het gevolg zijn van het niet gebruiken van anticonceptie door beperkte kennis, door een gevoel van persoonlijke onfeilbaarheid wat een zwangerschap betreft, door communicatiemoeilijkheden over anticonceptie met de partner, door vooroordelen ten opzichte van bepaalde anticonceptiva of gedwongen (onveilige) seks. Ook kan anticonceptie fout gebruikt worden of falen. Ten slotte kan een jongere nonchalant zijn in het gebruik van anticonceptie omdat hij of zij het eigen risico op zwangerschap moeilijk kan inschatten of omdat hij of zij geen regelmaat vindt in het plannen van het eigen leven en het gebruiken van anticonceptie. Vanzelfsprekend is deze lijst niet exhaustief.
Een semigeplande tienerzwangerschap is een zwangerschap van een tiener die het niet als een prioriteit ziet om een zwangerschap te voorkomen. Een geplande zwangerschap is een zwangerschap waarnaar sterk verlangd wordt door de tiener. Men schat dat ongeveer een derde van de tieners die ervoor kiezen om hun zwangerschap uit te dragen (semi)gepland zwanger werd. Het betreft hier voornamelijk oudere tieners, met een partner en zonder duidelijke toekomstplanning.

Abortus of ouderschap

Er is een opmerkelijk verschil in de karakteristieken van meisjes die voor abortus en die voor het uitdragen van de zwangerschap kiezen. Meisjes die voor het ouderschap kiezen zijn ouder, armer, lager geschoold, staan negatiever ten opzichte van abortus en kennen anderen in hun familie of kennissenkring die vroeg moeder werden. Het lijkt erop dat voor hen een kind minder een obstakel vormt voor het uitbouwen van de eigen toekomst. Toch mag de keuze voor het kind niet als een negatieve keuze gezien worden, bij de meeste jonge moeders is de positieve keuze voor een kind sterker dan het vlucht- of compensatiemotief dat vaak vermoed wordt bij jonge ouders.

Gevolgen

Ook over de gevolgen van zowel abortus als ouderschap is veel onduidelijkheid. De meeste onderzoekers en begeleiders vermoeden dat negatieve ervaringen van tienerouders meer te maken hebben met de achtergrond van de tiener (armoede, opleiding, sociale vaardigheden, persoonlijke problematiek), dan met het ouderschap zelf. Enkel als een tiener erg jong is, zal het beperkte ontwikkelingsniveau de binding met het eigen kind bepalen.
Er is weinig onderzoek naar de gevolgen van abortus bij tieners. We vermoeden dat ongeveer 1/4e nadien moeite heeft met de abortus. Dit gaat van af en toe een neerslachtige bui of woedeaanval tot zware trauma-ervaringen en rouwverwerking. In hoeverre verwerkingsproblemen bepaald worden door de abortus, de omstandigheden van de abortus of factoren los van de abortus is niet duidelijk. Opvallend is dat vele tieners, die al niet van bij de start een vertrouwenspersoon hebben, pas in hun volwassenheid of bij een nieuwe zwangerschap over de abortus praten.

Begeleiding

Weinig meisjes zoeken na een abortus hulp. Vaak hebben zij genoeg aan een persoon die hen de ruimte geeft om zo veel als zij willen stil te staan bij hun voorbije ervaringen. Als er meer nodig is, kunnen meisjes terecht bij het cRZ.
Ook tienerouders zoeken niet vaak hulp. Zij trekken hun plan. Het ouderschap lijkt een verantwoordelijkheidsgevoel op te roepen dat hen een extra stimulans geeft om hun leven op orde te houden. Tevens kunnen de meeste tienermoeders rekenen op een ruim ondersteuningsnetwerk (ouders, familie, vrienden). Ten slotte kan het zijn dat de mama’s zich sterker voordoen dan ze zijn omdat ze het gevoel hebben dat ze zich moeten bewijzen. Meisjes die wel hulp zoeken, hebben meestal zeer concrete vragen. Een overzicht van organisaties die tienerouders ondersteunen is te vinden in het vademecum ongeplande zwangerschap van het cRZ.

Literatuur tienerzwangerschap (uitgebreidere thematische bibliografie op te vragen)

  • Berthoud, R., Robson, K. (2001). The Outcomes of Teenage Motherhood in Europe. Innocenti Working Papers. Report: WP-86. 72pp. Jul 2001.
  • Furstenberg, F. F. (2007). Destinies of the Disadvantaged: The Politics of Teenage Childbearing (p. 203). Russell Sage Foundation Publications.
  • Kane, R., Wellings, K. (1999). Reducing the Rate of Teenage Conceptions. An International Review of the Evidence: Data from Europe. London: Health Education Authority.
  • Kirby, D. (2002). Effective approaches to reducing adolescent unprotected sex, pregnancy, and childbearing. Journal of Sex Research, 39(1), 51-7.
  • Moore, M.R., Brooks-Gunn, J. (2002). Adolescent Parenthood. In M.H. Bornstein (ed.), Handbook of parenting Second Edition: Vol. 3. Being and Becoming a Parent. Mahwah: Lawrence Erlbaum Associates, p. 173-214.
  • van Berlo, W, Wijsen, C., Vanwesenbeeck, I. (2005). Gebrek aan regie. Een kwalitatief onderzoek naar de achtergronden van tienerzwangerschappen. Utrecht: Rutgers Nisso Groep.