Actueel: VRIJSTELLING VAN LEERPLICHT VOOR TIENERMOEDERS

In de Standaard pleitte Willy Cockx vorige week voor een vrijstelling van leerplicht voor tienermoeders net na de geboorte van hun kind. Cockx is gezinsbegeleider van de tienermoederleefgroep in het CIG De Merode te Kasterlee en klaagt aan dat het voor een heel aantal jonge moeders quasi onmogelijk is om een goede band met hun kind op te bouwen en tevens goed te presteren op school. Vele van de leerplichtige moeders gleiden af naar het deeltijdsonderwijs en worden daar sinds dit jaar geconfronteerd met de plicht op dagbesteding. Waar men vroeger relatief lax was als een leerling geen stageplek vond, is dat momenteel een reden om een leerling te schorsen. Dit betekent dat veel tienermoeders in een job terechtkomen waarvoor ze ofwel vroeg moeten starten ofwel lang moeten doorwerken (info verkregen uit artikel in de Standaard (20 februari) en in een gesprek met mijnheer Cockx).

Het is voor vele tienermoeders moeilijk goed te presteren op school én een band op te bouwen met hun kind. Vrijstelling van leerplicht zou ademruimte geven

Niet ideaal als er thuis ook nog een kind is, dat ze vaak alleen opvoeden of liever niet te lange tijd aan de zorgen van de eigen ouders overlaten. Dat de meeste van de zwangerschappen onder tieners ongepland zijn, maakt dat het wennen aan en het binding leggen met hun kind tijd en aandacht vragen. Een vrijstelling van leerplicht voor een beperkte periode zou de moeders wat ademruimte kunnen geven en hen in staat stellen begeleiding te zoeken bij hun nieuwe opdracht als opvoeder.

Een tegenwerping is dat men vreest dat dit tieners zal aanzetten om moeder te worden. Dit is echter niet noodzakelijk zo. Ter illustratie: momenteel bestaat er een uitzondering op de wet omtrent leefloon. In principe kunnen enkel meerderjarigen een leefloon ontvangen. Indien een minderjarige een kind heeft, heeft zij echter ook recht op deze uitkering. Toch blijkt uit een verkennende studie onder OCMW's in de provincie Antwerpen (onderzoek masterthesis Sociologie door Anneleen Malcorps, begeleid door Jacobs Thérèse en mezelf, aangevraagd door het cRZ - resultaat beschikbaar vanaf juni 2009) dat zeer weinig tienerouders een leefloon aanvragen. De proef op de som zou kunnen genomen worden door in gesprek te gaan met Nederlandse beleidmakers en welzijnswerkers. In Nederland hebben tienermoeders immers recht op een jaar vrijstelling van leerplicht na de bevalling.

Ik hoop deze dialoog gaande te houden met de CIG's, Willy Cockx in het bijzonder, de overheid en contactpersonen in Nederland tijdens mijn doctoraatsproject dat ik begin maart start aan de universiteit van Antwerpen en dat tienerouderschap en beleid als thema heeft.
Actueel: TIENEROUDERS IN DE PERS

Tot twee maal toe haalden tienerouders het nieuws de afgelopen week. Er was de Britse vader van 13 jaar, die zowel in zijn, als ons land grote verontwaardiging uitlokte. Dit vooral omdat hij evengoed 9 of 10 jaar had kunnen zijn. In België zijn er geen gevallen bekend van zulke jonge vaders. Doorgaans is een (tiener)vader een tweetal jaar ouder dan zijn partner en de meisjes die voor hun 15e zwanger worden zijn erg zeldzaam (18 in 2007).

Tevens vorige week pleitte Johnathan Porritt, een vooraanstaand milieuadviseur van de Britse regering, voor maximaal 2 kinderen per gezin. Door meer kinderen te krijgen dragen we volgens hem bij aan de overbevolking die een bedreiging is voor het leefmilieu en in extremis voor het voortbestaan van de mens. In één adem verwees Porritt naar het probleem 'tienerouderschap' in Groot-Brittannië. Hoe vroeger jongeren kinderen krijgen, hoe meer ze er krijgen, is zijn oordeel. Hij pleitte voor betere voorlichting over contraceptiva en over abortus.
Het heeft er alle schijn van dat men tienerouders tot zondebokken maakt.
Beide items lokken heftige reacties uit.
Met betrekking tot Alfie bepalen de begrippen 'verantwoordelijkheid' en 'klassenstrijd' de teneur. Enerzijds laat men zich negatief uit over ouders die zulke jonge kinderen met elkaar laten slapen. Men meent dat de onverantwoordelijkheid en het profiteren van de maatschappij (staatsafhankelijkheid door vroeg ouderschap) wordt doorgegeven van generatie op generatie. Enkel een aangepaste voorlichting zou redding kunnen brengen.
Aan de andere kant van het spectrum wordt de problematiek verbonden met een algemeen maatschappelijk probleem. Jongeren die geen hoog gewaardeerde toekomst voor zich zien, creëren zichzelf een toekomst. Ze krijgen een kind of kiezen ervoor om een onverwachte zwangerschap niet te stoppen en geven zo zin aan hun leven. Vanuit deze opinie is jong ouderschap een symptoom van een ruimer probleem, namelijk het opmerkelijk grote klassenverschil in Groot-Brittannië.
In principe weerklinkt hier een aloude discussie. Wie treft schuld: het individu of de maatschappij en wat is het antwoord: straffen en opvoeden of ontschuldigen en structureel veranderen? Zelf pleit ik voor een middenweg, omdat beide opinies in hun extremiteit paternalistisch zijn. De enen zijn er op uit om hun eigen levensvisie en wijze, die getuigt van verantwoordelijkheidszin, via opvoedingsprogramma's te verspreiden onder de achtergestelden. De anderen ontschuldigen zo sterk dat een individu elk vermogen tot persoonlijke verandering wordt ontzegd. Ergens daartussenin ligt een benaderingswijze die weinigen gegeven is. Ze combineert een niet veroordelende openheid voor verschillende levensstijlen, met oprechte verontwaardiging over wantoestanden. Zulke verontwaardiging leidt tot individuele zowel als maatschappelijke claimen.


Bij het pleidooi van Porritt zijn de reacties even tegengesteld, zij het op een andere curve. Conservatieve groeperingen verdenken Porritt van een beweging naar het Chinese model, waar een 1 kind-politiek gevoerd wordt. Mijns inziens pleit de man echter nergens expliciet voor zulke politiek en lanceert hij vooral een oproep, die ik niet misplaatst vind. Overbevolking is een probleem, waarvoor we onze verantwoordelijkheid inderdaad dienen op te nemen.

Toch volg ik zijn redenering niet volkomen. Vrouwen krijgen in de meeste West-Europese landen nu al gemiddeld minder dan twee kinderen. Dat de Westerse bevolking toch aangroeit heeft vooral te maken met migratie en met de huidige bevolkingsstructuur. Zo sterven we op steeds latere leeftijd, waardoor het netto bevolkingsaantal groeit. Daarnaast ervaren we nog enigszins de late gevolgen van de babyboom in de jaren '50. Er zijn veel vrouwen op vruchtbare leeftijd zodat, zelfs als deze vrouwen maar twee kinderen krijgen, de bevolking blijft aangroeien.

Ten slotte houdt zijn verwijzing naar tienerouderschap als boosdoener weinig steek. Uit de meeste onderzoeken blijkt inderdaad dat tienermoeders gemiddeld meer kinderen krijgen dan leeftijdsgenoten die op oudere leeftijd hun eerste kind krijgen. Probleem met de meeste van deze onderzoeken is dat de moeders ondervraagd worden rond de leeftijd van 30 jaar. De gezinnen van moeders die na hun 20ste hun eerste kind kregen zijn heel vaak nog niet voltooid op hun 30ste. Het is vooralsnog niet duidelijk of tienermoeders nog steeds zouden voorlopen op leeftijdsgenoten als ze opnieuw ondervraagd worden op hun 40ste. Sommige onderzoekers vermoeden dat de pariteit bij tienermoeders even hoog ligt als bij vrouwen uit een gelijkaardige sociaal-economische klasse.

In beide nieuwsberichten wijst men met een beschuldigende vinger naar (ouders van) tienerouders. Zonder te ontkennen dat de levensomstandigheden (voor de kinderen) van tienerouders niet zelden ondermaats zijn, wil ik waarschuwen voor het creëren van een zondebok. De meeste mensen vinden minderjarig ouderschap zo vreemd of ongepast, dat ze het koppelen van problemen aan deze bevolkingsgroep slikken als zoete broodjes. We weten echter al langer dat eenvoudige verklaringen én oplossingen voor problemen meestal verdacht zijn.
Actueel: TIENERABORTUSSEN IN DETAIL

Het meisje waarover Amanda Palmer zingt in ‘Oasis’ ondergaat een abortus naar aanleiding van een verkrachting. In België zijn er per jaar slechts een 12tal tieners die verkrachting of incest noemen als een reden voor hun abortus. Hieronder geef ik een aantal van de karakteristieken van de jongste abortuscliëntes in België.

In 2007 kozen 2708 meisjes jonger dan 20 jaar voor een abortus (zie blogbericht 'abortuscijfers 2006 en 2007' (januari 2009)). Dat is 15% van alle abortuscliëntes. Tussen 2002 en 2005 kwam slechts 14% uit deze leeftijdscategorie. De stijging is het hoogst bij de 10 tot 14 jarigen. Op 6 jaar tijd steeg hun proportie gemiddeld met 8,2%. Bij de 15-19jarigen was dit slechts 0,8%. Wel gaat het bij de jongste tieners in 2007 slechts over 108 abortussen. Bij zulke klein aantallen, is elke verandering een grote verandering.

Tieners kiezen meestal voor abortus omwille van persoonlijke moeilijkheden, ze gebruikten meestal geen voorbehoedsmiddel bij conceptie en kiezen meestal voor een ingreep in een abortuscentrum.

De 10 tot 14 jarigen geven meestal (90%) persoonlijke redenen op voor hun abortus. Deze persoonlijke redenen kunnen zijn: te jong, te oud, studente, alleenstaand, momenteel geen kinderwens, voltooid gezin. Ook bij de 15 tot 19jarigen overheerst de persoonlijke noodsituatie (77-78%). Tevens meldden veel van de meisjes relationele problemen (13%). Relatieproblemen kunnen zijn: relatie onlangs verbroken, partner aanvaardt de zwangerschap niet, occasionele relatie, te recente relatie, buitenechtelijke relatie, partnerrelatiemoeilijkheden, relatiemoeilijkheden met de omgeving, juridische problemen i.v.m. de echtscheiding. De ingeroepen noodsituatie van tieners verschilt hiermee enigszins van de algemeen ingeroepen noodsituatie. Van alle redenen die er voor een abortus in België worden opgegeven is 54% persoonlijk, 25% relationeel en 14% materieel.

De oudste tieners verschillen niet zo erg van de gehele groep wat het gebruikte anticonceptiemiddel betreft. 42 tot 43% gebruikte geen anticonceptie, 26 tot 27% gebruikte de pil en 23 tot 24% gebruikte een condoom. Bij de 10 tot 14jarigen is het beeld anders: 51 tot 62% gebruikte niets bij conceptie en 29 tot 37% gebruikte een condoom.

Met betrekking tot de abortusmethode is er niet zoveel verschil tussen de tieners en de oudere vrouwen. 73 tot 82% van de tienerabortussen gebeurt via een vacuümaspiratie en 11 tot 15% via mifepristone (abortuspil). Ook de keuze tussen een abortus in een centrum of in een ziekenhuis is gelijklopend voor tieners als voor alle vrouwen. 82 tot 86% van de tieners kiest voor een abortus in een centrum.

Nationale Commissie voor de Evaluatie van de wet van 3 april 1990 betreffende de
Zwangerschapsafbreking (2008). Verslag ten behoeve van het parlement. 1 januari 2006 - 31 december 2007, Brussel.

Algemene informatie tienerzwangerschap

  • Enkele cijfers
  • Gepland of ongepland
  • Abortus of ouderschap
  • Gevolgen
  • Begeleiding
  • Top 5 literatuur tienerzwangerschap
  • Links binnenland
  • Links buitenland
  • Archief 'actueel'

Enkele cijfers (uitgebreidere cijferreeksen op te vragen)

In 2007 bevielen in België 2837 meisjes jonger dan 20 jaar. 2708 tieners lieten een abortus uitvoeren. In 2007 waren er dus 5545 tienerzwangerschappen bekend. Daarbij dient nog een klein percentage miskramen gerekend te worden.
Als we deze cijfers vergelijken met het aantal meisjes tussen 10 en 20 in België dan werden in 2007 5 op de 1000 meisjes moeder, 4 op de 1000 meisjes maakten een abortus mee en 9 op de 1000 meisjes werden zwanger. De voorbije 11 jaar fluctueert het zwangerschapscijfer tussen de 8 en de 9. In 2007 werd, op 2000 en 2001 na, het hoogste zwangerschapscijfer genoteerd.
Er zijn sterke gewestelijke verschillen. In Vlaanderen worden 7 per 1000 meisjes zwanger, in Wallonië 10 en in het Brussels hoofdstedelijk gewest 19. In Vlaanderen kiezen tieners vaker voor het moederschap dan voor abortus. In Brussel is dat net omgekeerd en in Wallonië kiezen ze ongeveer even vaak voor geboorte als voor abortus.
Hoe ouder een meisje, hoe meer kans zij heeft op een zwangerschap. Minderjarige meisjes hebben 4 duizendste kans om zwanger te worden. Meerderjarige meisjes daarentegen 29 duizendste. Hoe ouder de zwangere meisjes zijn hoe groter ook de kans dat zij hun zwangerschap uitdragen.
Het bevallingscijfer en het abortuscijfer evolueren elk jaar meer naar elkaar toe. In 1996 eindigden slechts 1 op de 3 van de zwangerschappen in een abortus, nu is dat bijna de helft.
Deze cijfers zijn gebaseerd op cijfers verkregen van het SPE, het ONE en het observatorium voor Gezondheid en Welzijn, op rapporten van de evaluatiecommisie inzake de abortuswet van 1990 en op bevolkingscijfers van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (vroegere NIS).
Uitgebreidere analyses of uitleg kunnen opgevraagd worden.

Gepland of ongepland

Over de oorzaken van tienerzwangerschap is veel discussie. Er is een verschil tussen ongeplande zwangerschappen en (semi-)geplande zwangerschappen. Ongeplande zwangerschappen kunnen het gevolg zijn van het niet gebruiken van anticonceptie door beperkte kennis, door een gevoel van persoonlijke onfeilbaarheid wat een zwangerschap betreft, door communicatiemoeilijkheden over anticonceptie met de partner, door vooroordelen ten opzichte van bepaalde anticonceptiva of gedwongen (onveilige) seks. Ook kan anticonceptie fout gebruikt worden of falen. Ten slotte kan een jongere nonchalant zijn in het gebruik van anticonceptie omdat hij of zij het eigen risico op zwangerschap moeilijk kan inschatten of omdat hij of zij geen regelmaat vindt in het plannen van het eigen leven en het gebruiken van anticonceptie. Vanzelfsprekend is deze lijst niet exhaustief.
Een semigeplande tienerzwangerschap is een zwangerschap van een tiener die het niet als een prioriteit ziet om een zwangerschap te voorkomen. Een geplande zwangerschap is een zwangerschap waarnaar sterk verlangd wordt door de tiener. Men schat dat ongeveer een derde van de tieners die ervoor kiezen om hun zwangerschap uit te dragen (semi)gepland zwanger werd. Het betreft hier voornamelijk oudere tieners, met een partner en zonder duidelijke toekomstplanning.

Abortus of ouderschap

Er is een opmerkelijk verschil in de karakteristieken van meisjes die voor abortus en die voor het uitdragen van de zwangerschap kiezen. Meisjes die voor het ouderschap kiezen zijn ouder, armer, lager geschoold, staan negatiever ten opzichte van abortus en kennen anderen in hun familie of kennissenkring die vroeg moeder werden. Het lijkt erop dat voor hen een kind minder een obstakel vormt voor het uitbouwen van de eigen toekomst. Toch mag de keuze voor het kind niet als een negatieve keuze gezien worden, bij de meeste jonge moeders is de positieve keuze voor een kind sterker dan het vlucht- of compensatiemotief dat vaak vermoed wordt bij jonge ouders.

Gevolgen

Ook over de gevolgen van zowel abortus als ouderschap is veel onduidelijkheid. De meeste onderzoekers en begeleiders vermoeden dat negatieve ervaringen van tienerouders meer te maken hebben met de achtergrond van de tiener (armoede, opleiding, sociale vaardigheden, persoonlijke problematiek), dan met het ouderschap zelf. Enkel als een tiener erg jong is, zal het beperkte ontwikkelingsniveau de binding met het eigen kind bepalen.
Er is weinig onderzoek naar de gevolgen van abortus bij tieners. We vermoeden dat ongeveer 1/4e nadien moeite heeft met de abortus. Dit gaat van af en toe een neerslachtige bui of woedeaanval tot zware trauma-ervaringen en rouwverwerking. In hoeverre verwerkingsproblemen bepaald worden door de abortus, de omstandigheden van de abortus of factoren los van de abortus is niet duidelijk. Opvallend is dat vele tieners, die al niet van bij de start een vertrouwenspersoon hebben, pas in hun volwassenheid of bij een nieuwe zwangerschap over de abortus praten.

Begeleiding

Weinig meisjes zoeken na een abortus hulp. Vaak hebben zij genoeg aan een persoon die hen de ruimte geeft om zo veel als zij willen stil te staan bij hun voorbije ervaringen. Als er meer nodig is, kunnen meisjes terecht bij het cRZ.
Ook tienerouders zoeken niet vaak hulp. Zij trekken hun plan. Het ouderschap lijkt een verantwoordelijkheidsgevoel op te roepen dat hen een extra stimulans geeft om hun leven op orde te houden. Tevens kunnen de meeste tienermoeders rekenen op een ruim ondersteuningsnetwerk (ouders, familie, vrienden). Ten slotte kan het zijn dat de mama’s zich sterker voordoen dan ze zijn omdat ze het gevoel hebben dat ze zich moeten bewijzen. Meisjes die wel hulp zoeken, hebben meestal zeer concrete vragen. Een overzicht van organisaties die tienerouders ondersteunen is te vinden in het vademecum ongeplande zwangerschap van het cRZ.

Literatuur tienerzwangerschap (uitgebreidere thematische bibliografie op te vragen)

  • Berthoud, R., Robson, K. (2001). The Outcomes of Teenage Motherhood in Europe. Innocenti Working Papers. Report: WP-86. 72pp. Jul 2001.
  • Furstenberg, F. F. (2007). Destinies of the Disadvantaged: The Politics of Teenage Childbearing (p. 203). Russell Sage Foundation Publications.
  • Kane, R., Wellings, K. (1999). Reducing the Rate of Teenage Conceptions. An International Review of the Evidence: Data from Europe. London: Health Education Authority.
  • Kirby, D. (2002). Effective approaches to reducing adolescent unprotected sex, pregnancy, and childbearing. Journal of Sex Research, 39(1), 51-7.
  • Moore, M.R., Brooks-Gunn, J. (2002). Adolescent Parenthood. In M.H. Bornstein (ed.), Handbook of parenting Second Edition: Vol. 3. Being and Becoming a Parent. Mahwah: Lawrence Erlbaum Associates, p. 173-214.
  • van Berlo, W, Wijsen, C., Vanwesenbeeck, I. (2005). Gebrek aan regie. Een kwalitatief onderzoek naar de achtergronden van tienerzwangerschappen. Utrecht: Rutgers Nisso Groep.