Actueel: TIENEROUDERS IN DE BIJSTAND
Vooraf: Het leefloon is een financiële tegemoetkoming aan mensen die in België (tijdelijk) niet in hun eigen bestaansmiddelen kunnen voorzien. Het leefloon wordt uitgekeerd door een OCMW en bedraagt bijna 1000 euro per maand voor individuen of koppels die minstens één kind ten laste hebben. Het equivalent leefloon is bestemd voor mensen die niet aan alle voorwaarden tot verkrijging van het leefloon voldoen, maar zich wel in een gelijkaardige noodsituatie bevinden. In de praktijk gaat het hier voornamelijk om vluchtelingen. Het uitgekeerde bedrag is gelijk aan het leefloon.
In 2009 ontvingen bijna 2300 tienerouders (jonger dan 20 jaar) een leefloon (2080) of een equivalent leefloon (200). In 2005 ging het om slechts 1360 tienerouders. Ook in relatief opzicht zijn de tienerouders een groeiende groep in de bijstand. In 2009 was 10 procent van de tieners in de bijstand moeder of vader. In 2005 was dat slechts zes procent. De kans bestaat dus dat tienerouders een extra kwetsbare groep gebleken zijn gedurende de voorbije crisis.
Wellicht vormden tienerouders een extra kwetsbare groep tijdens de voorbije crisis, waardoor ze vaker dan hun leeftijdsgenoten beroep moesten doen op een leefloon.
Slechts 167 van deze leefloongerechtigde tienerouders in 2009 waren mannen. Het is voorlopig niet bekend of de meerderheid van deze tienerouders alleenstaand of samenwonend was. Slechts een kleine 300 van de jonge gerechtigden was geen Belg bij het ontvangen van het leefloon. Samen met de 200 jongeren die een equivalent leefloon ontvingen, kunnen we stellen dat ongeveer 20 procent van de jongeren in de bijstand geen Belg was.
In Denemarken had in 2009 bijna de helft van de tieners in de bijstand een kind. In Zweden was dat zeven procent. Voor Denemarken en Zweden kan de opsplitsing 'alleenstaand' of 'samenwonend' - in tegenstelling tot België - wel gemaakt worden. De meerderheid van de bijstandsgerechtigden bleek alleenstaand te zijn (57% in Denemarken en 77% in Zweden). In Zweden was 45 procent van de jonge ouders in de bijstand allochtoon van oorsprong. De kans is echter groot dat zij genaturaliseerd waren op het moment dat zij hun aanvraag voor bijstand deden.
Wellicht kan ik later meer gedetailleerde cijfers bekend maken, met vooral meer vergelijkingen over de landsgrenzen heen (Denemarken, Zweden, Nederland en Ierland).
De berekeningen zijn gebaseerd op cijfers ontvangen van de POD Maatschappelijke Integratie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten