Vorige week werd ik geïnterviewd door Ann-Marie Cordia, een journaliste van Goedele magazine. Een aangenaam gesprek dat zoals ik later via een draft kon constateren uitgebreid en nauw aansluitend bij wat ik had gezegd, werd uitgeschreven. Toch bleef er iets door mijn hoofd spoken. Ik had het met haar over de begeleiding van tienerouders. Zoals altijd riep ik op om tienerouders met respect tegemoet te treden. Het blijkt echter moeilijk om uit te leggen wat ik daar juist mee bedoel.
Er verandert iets aan onze houding, aan de vragen die we stellen, aan de dingen waar we de nadruk op leggen, aan de verhalen waar we op inpikken en deze waarbij we dat niet doen als we met tienerouders praten.Tot ik aan mijn vader dacht... Op zijn werk wordt hij regelmatig aangesproken op iets dat als voorbeeld kan dienen voor wat vaak gebeurt als we tegenover een tienermoeder staan. Mijn papa is hoofdboekhouder. Hij moet regelmatig bellen met mensen. Zijn collega's weten meteen of hij een man of een vrouw aan de lijn heeft. Zogauw hij met een vrouw spreekt, gebeurt er iets met zijn stem, zijn toon, het verloop van het gesprek. Hij spreekt langzamer, vloeiender, hoger. Zelf is hij zich hier niet bewust van en slechts met zeer veel concentratie kan hij deze omschakeling "afzetten".
Iets gelijkaardigs zie ik vaak gebeuren als volwassenen met tienermoeders praten. Er verandert iets aan hun houding, aan de vragen die ze stellen, aan de dingen waar ze de nadruk op leggen, aan de verhalen waar ze op inpikken en deze waarbij ze dat niet doen. Het gaat automatisch. Het is een reflex (ook bij mezelf) die slechts met grote concentratie af te zetten is. Het is geen teken van slechte wil of van veroordeling, wel een internalisering van een algemeen denken over tienerouders. In dat algemene denken worden tienerouders voorgesteld als hulpbehoevende jongeren.
De journaliste van Goedele magazine vertelde me wat ze in een ander gesprek had vernomen. In een centrum waar moeders dag en nacht worden opgevangen hebben de begeleiders ervoor gekozen om de tienermoeders apart te houden van de andere moeders. Dit doen ze omdat de andere moeders de neiging hebben om de tienermama's te bemoederen. Ze zitten allemaal in hetzelfde schuitje, zou je denken, ze hebben allemaal problemen op het thuisfront, met het opvoeden van hun kind(eren), want daarom verblijven ze tijdelijk in een instelling. Niet dus. Ook daar worden de tienermoeders vooral als tiener benaderd en minder als gelijkwaardige moeder.
Ik heb de indruk dat weinigen van ons ontsnappen aan een - vaak onbewust - problematiserende omgang met tienerouders. Het valt dan ook niet te verwonderen dat het water tussen vele tienerouders en de buitenwereld diep blijft. De jonge mama's kunnen er de vinger niet op leggen. Ze worden niet echt veroordeeld of berispt. Toch laat hun contact met volwassen niet zelden een gevoel van onbehagen na.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten