Er is bijzonder weinig literatuur over het beslissingsproces van ongepland zwangere tieners voorhanden. Sóley Bender (2008) wil met haar artikel in het tijdschrift Adolescence een aanzet geven tot verandering. Zij interviewt drie Ijslandse tieners (15, 17 en 20 jaar) gedurende hun zwangerschap en focust tijdens de gesprekken op de wijze waarop het beslissingsproces verlopen is. Deze steekproef is zeer beperkt en bovendien niet representatief, omdat het over meisjes gaat die aanvankelijk de abortusprocedure opstartten en na verloop van tijd beslisten hun zwangerschap uit te dragen. Wellicht volgt slechts een klein percentage van de pubers die zwanger worden, een gelijkaardig traject.
Het durven trotseren van ambivalentie is cruciaal in de beslissing over een ongeplande zwangerschap: ja, maar...Een belangrijke vaststelling van de onderzoekster is dat ambivalentie duidelijk aanwezig is in de verhalen van de meisjes. Zij waardeert dit, net zoals ik zelf zou doen. Toch zijn er in de beschikbare citaten weinig aanwijzingen dat de tieners dit zelf als voordelig zien. Het meisje dat de grootste ambivalentie verwoordt, blijkt het meisje met de meeste blijvende twijfels en bijhorende kopzorgen, ook na de genomen beslissing. Dat dit voortdurend overwegen van verschillende scenario's een teken van volwassenheid is, is ook mijn mening. De auteur poneert deze echter als een vaststaand feit, wat ik te ver vind gaan en wat mijns inziens niet volledig recht doet aan de verhalen van de aanstaande moeders.
In de lijn van deze vooringenomenheid lees ik in het artikel een verschil in waardering van de verschillende beslissingsprocessen. Het jongste meisje dat zich vooral laat leiden door afkeer van abortus en die er naar uitkijkt om een kind te hebben dat van haar is, wordt geschetst als een puber op zoek naar 'bezit'. In deze omschrijving lees ik een wijdverspreide veroordeling van sommige beweegredenen van tieners om hun zwangerschap uit te dragen. Zelden wordt vermoed dat het voor een zeer jonge tiener moeilijk is met een volwassene te praten of om haar gevoelens genuanceerd te verwoorden. Tot nog toe is het nergens bewezen dat de inborst van zeer jonge tienermoeders en oudere moeders fundamenteel verschillend is.
Een laatste opmerking over ambivalentie: dat deze centraal staat in de verhalen van de drie tieners spreekt voor zich omdat ze een shift gemaakt hebben in hun keuze. Wellicht is deze ambivalentie minder aanwezig bij de doorsnee zwangere tiener. De auteur vindt dit een spijtige zaak en vraagt welzijnswerkers om het overwegen van verschillende scenario's te stimuleren. Opnieuw deel ik haar mening, maar dan wel vanuit ervaring en intuïtie en niet vanuit zogenaamd wetenschappelijke bewijsvoering.
Uit de interviews blijkt tevens dat de eigen moeders van de meisjes een belangrijke rol spelen in het beslissingsproces van de zwangeren, veel meer dan de toekomstige vaders. De tieners voelen onbewust aan dat ze vooral steun bij hun ouders zullen (moeten) zoeken en passen hun denken over de zwangerschap hieraan aan (Bender, 2008). Dit is een belangrijke bevinding voor hulpverleners die geconsulteerd worden tijdens een beslissingsproces. Het doel van de gesprekken moet niet zijn om meisjes te stimuleren tot een onafhankelijke keuze. Eerder zouden de begeleiders moeten streven naar bewustwording bij de meisjes van wie de meest invloedrijke personen zijn in hun leven en hoe ze de invloed van deze personen beleven. Niemand kan een beslissing alleen maken, altijd wordt er rekening gehouden met derden. Dat is geen schande. Het is integendeel onvermijdbaar. Heel belangrijk is dat een jongere (en een volwassene) zich tegenover die invloed leert verhouden.
Dit artikel vormt een beloftevolle aanzet tot het stoferen van een onderbestudeerd studiedomein.
Bender, S.S. (2008). Three Cases of Adolescent Childbearing Decision-Making: The Importance of Ambivalence. Adolescence, 43 (172): 861-79.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten